Vlaams milieubeleid

Uit het vlaams parlement ...

MET REDENEN OMKLEDE MOTIE
– van de heren Eloi Glorieux, Rudi Daems en Jan Peumans –
tot besluit van de op 30 september 2008 door de heer Eloi Glorieux
in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Hilde Crevits,
Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
over de verklaringen van de minister betreffende de aan ons land toegewezen streefcijfers
inzake broeikasgasreductie en hernieuwbare energie

Het Vlaams Parlement,
– gehoord de interpellatie van de heer Eloi Glorieux
tot minister Crevits;
– gehoord het antwoord van minister Crevits;
– stelt vast:
1° dat de Vlaamse Regering zich weliswaar achter
de globale Europese doelstellingen schaart om
tegen 2020 in de Europese Unie 20% minder
energie te verbruiken, 20% minder broeikasgassen
uit te stoten en het aandeel hernieuwbare
energie op te trekken tot 20%, maar
obstructie blijft plegen tegen de – in het kader
van deze globale doelstellingen – aan ons land
toegewezen doelstelling om onze broeikasgasuitstoot
met 15% te reduceren en ons aandeel
hernieuwbare energie tot 13% op te trekken;
2° dat Vlaams energieminister Hilde Crevits
systematisch het investeringsklimaat voor hernieuwbare
energiebronnen ondermijnt door
haar uitspraken waarin ze het potentieel voor
hernieuwbare energie onderschat;
3° dat het Federaal Planbureau, onder meer in
opdracht van het Vlaamse Gewest, de socioeconomische
impact voor België berekende
van het energie- en klimaatpakket van de EU,
met als besluit:
a) dat de aan België voorgestelde doelstelling
voor hernieuwbare energie bijna volledig in
ons land gerealiseerd kan worden op een
kostenefficiënte wijze;
b) dat de impact op de economische groei en
het bnp uiterst gering is;
c) dat de realisatie van deze doelstellingen in
ons land voor 25.290 extra jobs kan zorgen,
indien de inkomsten uit de veiling van de
emissierechten gebruikt worden om de sociale
lasten te verlagen;
d) dat dit alles perfect mogelijk is wanneer
tegelijkertijd de kernuitstap uitgevoerd
wordt zoals wettelijk bepaald;
4° dat de Vlaamse Regering, ondanks de beloftes
in het regeerakkoord, nog steeds geen post
2010-doelstellingen inzake groene stroom en
daarmee samenhangende ondersteuningsmechanismen
heeft afgekondigd en hierdoor de
projectontwikkelaars in het ongewisse laat
over hun toekomstperspectieven;
– vraagt de Vlaamse Regering:
1° alle verzet te laten varen tegen de aan ons land
toegewezen doelstellingen om de broeikasgasuitstoot
met 15% te reduceren en het aandeel
hernieuwbare energie tot 13% te laten toenemen;
2° ondubbelzinnig een actief en voluntaristisch
beleid vorm te geven om deze doelstellingen
met binnenlandse maatregelen te realiseren;
3° ambitieuze langetermijndoelstellingen voor
hernieuwbare energie en groene stroom af te
kondigen;
4° de energie- en klimaatcrisis aan te wenden om
de economie in Vlaanderen te heroriënteren
naar een ecologische economie, met toekomstgerichte,
schone, slimme, spaarzame en sociale
diensten en technologieën die de duurzame
jobs van morgen veilig stellen.
Eloi GLORIEUX
Rudi DAEMS
Jan PEUMANS

En de uitslag van de stemming was:

102 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
12 leden hebben ja geantwoord;
62 leden hebben neen geantwoord;
28 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de met redenen omklede motie niet aan.


Zo gaan we hier dus om met het milieu, de klimaatverandering en duurzame ontwikkeling, moesten er nog ergens mensen rondlopen met bepaalde illusies. Voor welke 12 parlementsleden kan men volgend jaar stemmen als men zich wél bezig houdt met het milieu ?